Een ingekorte versie van een IBT bijdrage aan een paneldiscussie over “Wat betekent Politieke Partij voor Links?”, Chicago april 2015.
Het vraagstuk wat voor soort partij we moeten gaan opbouwen hangt grotendeels af van welke doeleinden we willen bereiken, omdat verschillende vormen van politieke organisatie geschikt zijn voor verschillende taken. Bij de IBT zijn we van mening dat de essentiële taak van de mensheid de onteigening is van de kapitalistische klasse en de vernietiging van het leger en van het veiligingheidsapparaat dat hen dient en beschermt. Dit kan niet worden bereikt door overreding of door periodiek stijgende hervormingen omdat de kapitalisten niet zullen meewerken aan hun eigen ondergang – dat is duidelijk. Wat dat betekent is een grote schokken teweegbrengende sociale revolutie. Dat is een eerste voorwaarde voor het construeren van een rationeel geplande, ecologisch duurzame, rechtvaardig sociaal systeem waarin op een directe wijze heersen de arbeidende klasse en diens bondgenoten.
Het is nauwelijks nodig te moeten stellen dat op dit moment, in de Verenigde Staten en in de rest van de imperialistische landen, we nog steeds een heel lange weg hebben af te leggen naar een proletarische revolutie. Maar dat is echter de taak van degenen die serieus zijn wat betreft het voortbrengen van een socialistische toekomst – er is geen ander alternatief.
We hebben meer dan 200 jaar ervaring waarvan gebruik kan worden gemaakt dat helemaal teruggaat naar de tijd van Gracchus Babeuf en Philippe Buonarroti en hun “samenzwering van gelijken” in de jaren 1790. Er hebben, ter overwinning op de kapitalistische overheersing, heel wat mislukte pogingen plaatsgevonden – variërend van de staatsgrepen van de Blanquisten, het electorale cretinisme van de sociaaldemocratie en de volksfrontistische “twee-etappe” strategie van de gestaliniseerde Communistische Internationale in de jaren 1930.
Lenin schetste in de conclusie van “Linkse Stroming” vier noodzakelijke voorwaarden voor een succesvolle arbeidersrevolutie. Ten eerste dat de heersende klasse die wordt geconfronteerd met een crisis, die zij niet in staat is op te lossen met behulp van de traditionele methoden, zich begint te polariseren in verschillende facties die elk weer verschillend beleid nastreven. Ten tweede de sociale lagen, die zich tussen de arbeiders en kapitalisten bevinden, vertrouwen beginnen te verliezen in de levensvatbaarheid van het heersende regime. Ten derde, de arbeidersklasse begint een strijdbare houding te vertonen en onderneemt een zoektocht naar oplossingen buiten haar eigen ervaring binnen het kapitalisme en buiten het kader van de bestaande structuren. Deze eerste drie factoren waren aanwezig in meer of mindere mate gedurende de Parijse 1968 gebeurtenissen, onder de meerdere voortgekomen prerevolutionaire situaties. Wat ontbrak was de vierde en beslissende factor: de aanwezigheid van een massa revolutionaire arbeiderspartij achter een doorgewinterde en bekwame leiding. In de aanloop naar de Nazieoverwinning in Duitsland, werd door Leon Trotsky waargenomen dat:
“De klasse, op zichzelf genomen, is slechts een ter uitbuiting bestaand bouwmateriaal. Het proletariaat aanvaardt alleen op dat moment een onafhankelijke rol wanneer het van een sociale klasse in zichzelf verandert in een politieke klasse voor zichzelf. Dit kan niet plaatsvinden anderszins dan via het medium van een een partij. De partij is dat historische orgaan door middel waarvan de klasse klassenbewust wordt.”
– “Wat Nu?”
Marxisten vormen zich enkel een denkbeeld van een revolutionaire organisatie als in gebaseerd op internationale schaal – het doeleinde is het doen ontstaan van een enkele wereldwijde partij met nationale afdelingen. De basis voor een dergelijke partij zal moeten liggen in een gemeenschappelijk politiek programma, dat wil zeggen, een systeem van ideeën die zich richt op de fundamentele problemen waarmee worden geconfronteerd de mensheid in het algemeen en de arbeidersklasse in het bijzonder. Een van Trotsky favoriete stelregels was: “Het is niet de partij die het programma vormt; het is het programma dat de partij vormt.”
Het is slechts één keer in de geschiedenis voorgekomen dat een revolutionaire partij de arbeidersklasse heeft kunnen leiden naar een succesvolle machtsgreep. Ondanks het feit dat dit gebeurde bijna een eeuw geleden, in een overwegend boerenland, wat van vitaal belang blijft voor de toekomst zijn de fundamentele elementen van de politieke organisatie en de strategische oriëntatie die dat succes mogelijk hebben gemaakt, dat wat de Bolsjewistische partij onderscheidde van de heersende tendens onder de sociaaldemocraten van de Tweede Internationale. Het is onze visie bij de IBT dat serieuze revolutionaire socialisten in hun activiteiten het voorbeeld zouden moeten navolgen van het Bolsjewistische succes, in plaats van op de zich herhaalde mislukkingen van hervormingsgezinde geleidelijkheid, op de bondgenootschappen van meerdere klassen, op de allesomvattende vormeloosheid van episodische “nieuwe” verschijnselen, zoals Nieuw Links of Occupy die wanneer in eerste instantie verschenen, worden gezien als iets geheel onbekends, maar uiteindelijk slechts bezig blijken te zijn met het opnieuw uitvinden van het wiel.
Het leninisme is momenteel niet populair onder de meeste jongeren die niet gek zijn op het kapitalisme. Dit komt grotendeels omdat, evenals beschouwd te worden als ouderwets, het ook wordt bespot als autoritair en hiërarchisch. Als een systeem van organisatie is het leninisme inderdaad hiërarchisch – het betreft verschillende lagen binnen de organisatie, bezit van gezag en ketens van bevelvoering bevoegd met het verstrekken aan lagere lichamen en individuele leden van verplicht op te volgen instructies. Als je meedoet in een Leninistische organisatie, kun je niet gewoon maar doen wat je maar wilt.
Wat betreft het autoritaire karakter, kunnen we terugroepen op Friedrich Engels opmerking in zijn geschil met Bakoenin dat: “Een revolutie is zeker de meest autoritaire zaak die er maar bestaat; Het is de daad waarbij een deel van de bevolking zijn wil oplegt aan het andere deel door middel van geweren, bajonetten en kanonnen” (“Over Autoriteit”). Dus ja, revolutie is autoritair en in zoverre is tevens het Leninisme “autoritair”. Om iets gedaan te krijgen moeten we de wil van de arbeidersklasse (vertegenwoordigd door haar democratisch verkozen leiders) kunnen opleggen aan degenen die op dit moment hun wil opleggen aan ons. Als dit je niet aanstaat, dan behoor je niet thuis in een Leninistische organisatie.
Een Leninistische organisatie is echter meer dan dat en, net als een gezonde arbeidersstaat, wordt gekenmerkt door terugkoppelende mechanismes die de basisleden de middelen verstrekken om de strategische richting van de organisatie vast te stellen, om het beleid te veranderen en aan te passen terwijl de situaties zich aan het ontwikkelen zijn en indien nodig om te vervangen leiders die gebrekkig blijken te zijn. Dat soort van democratie is onontbeerlijk, en zonder diens aanwezigheid kan er niet worden gesproken over een leninistische organisatie. Elke politieke beweging komt onvermijdelijk op met een leiding. De kwestie hoe het functioneert, openlijk of in het geheim achter de schermen, is jouw keuze.
Een serieuze socialistische beweging moet niet alleen in staat zijn om de ideologische dominantie van de kapitalistische elites en hun agenten te kunnen betwisten, maar tevens in staat zijn de capaciteit te ontwikkelen die de weerstand van de bestaande staatsorganen kan overwinnen, zodat de onteigening kan worden uitgevoerd van de heersende klasse. Dit vereist de opbouw van wat Lenin beschreef als een “strijdorganisatie”, zoals het prototype daarvan dat 100 jaar geleden in Rusland had wortelgeschoten in de arbeidersklasse, en wiens omvang was doorgedrongen in vrijwel elk milieu van de samenleving, met inbegrip van, en in het bijzonder, onder de leden van de strijdkrachten. Toen de gelegenheid zich voordeed, in het midden van de crisis van het tsaristische regime tijdens de Eerste Wereldoorlog, waren de Bolsjewieken het equivalent van de FBI en Homeland Security apparatussen te slim af, en brachten een bondgenootschap bijeen samen met andere radicalen, in het bijzonder met anarchisten en linkse sociaalrevolutionairen, dat met succes een overmeestering doorvoerde van de staatsmacht door de arbeidersklasse.
De Oktoberrevolutie van 1917 was de grootste gebeurtenis in de hele geschiedenis. De revolutionairen werden verslagen uiteindelijk, maar ze hadden een machtig voorbeeld voortgebracht en hadden actief partijen georganiseerd van honderdduizenden arbeiders (de secties van de Communistische Internationale). Dat was hun hoogste prioriteit – ze hadden een internationalistisch perspectief vanaf het begin en begrepen dat hun revolutie enkel zou kunnen slagen indien het zich zou kon verspreiden. Het organisatorische model, ontwikkeld tijdens de eerste vier Congressen van de Communistische Internationale – dat is toen Lenin en Trotsky leidinggevend waren, niet Stalin – is geen geheim. Naar onze mening is dit model fundamenteel gezien nog steeds geldig in alle belangrijke opzichten. Het feit dat we nog een zeer lange weg hebben te doorlopen in het voortbrengen van zulke partijen maakt hen niet minder noodzakelijk.
Ik verwacht dat veel mensen vandaag de dag denken dat er weinig kans is voor het formeren van een levensvatbare “linkse partij” in dit land, en verwacht een bijna consensus dat het onmogelijk is zich het herscheppen van een massa Leninistische Internationale te kunnen voorstellen. Er is geen twijfel dat dit een ver afgelegen vooruitzicht is op dit moment in de geschiedenis, maar als we serieus zijn over het uitvoeren van een strijd voor fundamentele sociale verandering – dat wil zeggen, het uit de weg ruimen van het kapitalisme en te vervangen door het socialisme, wat in onze huidige gegeven omstandigheden in feite inhoudt een strijd om de mensheid voor uitsterven te behoeden – heeft het zeker zin om te beginnen met wat is objectief gezien noodzakelijk, in plaats van met wat haalbaar lijkt in de huidige omstandigheden.